IV. JAN ANTHONISSEN

in 1675 voor het eerst met de naam Touw

 

GENERATIE IV

 

  1. Jan Anthonissen (ook Jan Teunissen in 1643, Jan Antheunssen in 1669, Jan Touw in 1675 en Jan Tou in 1685), ged. 25-03-1615 (get. Geert Jacobs, Jan Pieters, Bastiaen Jansen, Adriaentken Stoffels en Tanneke Claes), schippersgezel in 1642, gezworen zoutmeter in 1659 en 1675, overleden 14-12-1689, huwde 20-03-1641 Stoffeltken Daniels (ook Stoffelijn, Stoffelina, Stoffelyna en Stoffelyntje Daniels of Stoffelina Daens en Stoffelijn Danen), gedoopt 18-11-1618, werkte in 1675 al veertig jaar in de zoutnering, overleden 10-10-1680, dr. van zoutmeter Daniel Jacobssen en Lisken Stoffels. Zie bijlage DANIEL JACOBSSEN UIT REIMERSWAAL

 

Jan Anthonissen huwde in 1641 met de dochter van de in Bergen op Zoom werkzame zoutmeter Daniel Jacobssen die oorspronkelijk uit Reimerswaal kwam. Zowel Jan als zijn vrouw Stoffelina werkten in de zoutindustrie. Stoffelina was in 1635 op 17-jarige leeftijd begonnen met werken in de zoutnering. Er viel een goed loon te verdienen in een zoutkeet. Na haar huwelijk met Jan ging zij daar mee door. Terwijl Jan als gezworen zoutmeter, dat wil zeggen beëdigd, zeker vanaf 1659 in dienst van de stad Bergen op Zoom was. In een bijlage een uitleg over  DE ZOUTKETEN. Jan koopt als schippersgezel 24 augustus 1642 een ‘schuijte’ van Adriaen Lievenssen.[1] Hij is hiermee de eerste schipper van de familie. Zie akte 1642

In een akte van 22 mei 1669 blijkt dat Adriaen Lievenssen zijn halfbroer is.[2]  Zie akte 1669

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0072, akte 22: 24-08-1642 (notaris Govaert Stempel)

[2] WBA, NA BoZ inv. nr. 0119, akte 54: 22 mei 1669 (notaris Adriaen van der Creke junior)

 

Wat we ons moeten voorstellen van een 'schuijte' anno 1642 is te vinden in de bijlage SCHEPEN.

 

Handmerk van Jan Antheunssen in 1669: Anker met stok naar onder en de handtekening van zijn broer Cornelijs Antuenijs

 

In een akte van Notaris Adriaen van der Creke, gedateerd de laatste dag van september 1675, verklaren negen gezworen zoutmeters van Bergen op Zoom dat zij sinds mensenheugenis, wanneer het nodig was, tot middernacht hebben gewerkt. Dat zij niet alleen zakken hebben gedragen, maar het ook gewend waren om met wagens en karren het zout weg te brengen. Cornelis der Mauw, de nieuwe pachter van de zoutimpost, wil het nachtelijke werken gaan verbieden. Een van de negen tegen de nieuwe maatregel protesterende zoutmeters is Jan Anthonissen. Het protest werd gesteund door twee keetvrouwen. De 67-jarige Martyna Cornelis die vanaf haar veertiende jaar in de zoutketen werkte en 57-jarige Stoffelina Daniels die al veertig jaar in de zoutnering zat. Stoffelina was de vrouw van Jan Anthonissen. De vraag rijst of er bij het echtpaar geen tegenstrijdige belangen om de hoek kwamen kijken. Immers Jan was in dienst van de stad en zijn vrouw werkte als keetvrouw in dienst van de eigenaar van de zoutkeet. Het is (nog) niet bekend wie de eigenaar was van de zoutkeet waar Stoffelina Daniels werkte. In de bijlage ZOUTKETEN & SCHIPPERS  is meer te lezen over een eventuele connectie met een eigenaar van een zoutkeet.

 

In de akte werd Jan Anthonissen genoteerd als Jan Touw Anthonissen out vierentsestich jaeren. De naam Touw is hier doorgehaald. Naar het waarom kunnen we slechts gissen. Dit is tot nu toe de vroegste vermelding van de naam Touw in Bergen op Zoom.

 

De letter w werd ergens anders op dezelfde akte geschreven zoals op de linker afbeelding. De afbeelding rechts laat het laatste gedeelte van de doorgestreepte naam Touw zien.

 

Het doorhalen van een naam is iets wat vaker voorkomt in Bergse notariële akten. Bijvoorbeeld in een akte van 3 februari 1672 komt voor: ‘Magdaleene Jans, weduwe van Cornelis Janssen van Dort Quaekees, oud 70 jaar’. Van Dort is hier doorgehaald. [1] Deze Cornelis Janssen verschijnt vaker met de naam Quaekees dan met de naam Van Dort. Ook zijn dochters en zonen gebruiken afwisselend beide namen.[2]

 

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0094, akte 3: 03-02-1672 (notaris Govaert Stempel)

[2] Sjaak de Vries en Frank Wierckx, Van Dort alias…, De Waterschans, 1 maart 2008, p. 8 e.v.

 

De vrouw van Jan Anthonissen: ‘Stoffelyna Daniels oút 57 jaeren, mede ontrent de veertich jaeren inde voorseide zoutneringe ende keeten’, wordt ook genoemd in de betreffende akte.[1]

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0125, akte 73: 30 september 1675 (Notaris Adriaen van der Creke)

 

Handmerk van Jan Anthonissen in 1675: in tegenstelling tot zijn handmerk op de akte van 1669 is het handmerk op de akte van 1675 een anker met stok naar rechts.

 

Het echtpaar Jan Tou en Stoffelijn komt opnieuw voor in een andere notariële akte van notaris Lucas Does gedateerd 10 september 1685. In de beschrijving van de nagelaten goederen van Cornelia Berendans, weduwe van wijlen Sr. Cornelis Matthijssen Cnollaert. Een hele reeks personen is Cornelia Berendans geld schuldig.

 

In schuldboek D komt ‘Stoffelijn huijsvrouwe van Jan Toufol / 244 recto’ voor. Zij is de overledene 8 gulden schuldig. Eerst was er onduidelijkheid over de naam Tou. Er staat Toufol geschreven, fol is doorgehaald. Op de nieuwe regel had fol 244 recto moeten staan.[1] Zodat veilig geconcludeerd kan worden dat er Jan Tou staat.

 

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0304, akte 75: 13 maart 1685 (Notaris Lucas Does)

 

Kinderen van Jan Anthonissen en Stoffelina Daniels:

 

1.Anthoni, ged. 11-06-1641 (get. Stoffel Daniels, Catelyne Anthonissen en Jacomyne Saweloon) † jong.

2. Janneken, ged. 10-06-1643 † jong.

3. Janneken, ged. 23-08-1644 (get. Adriaen Lievenssen en Lysbeth Stoffels) † jong

4. Barbeltgen, ged. 04-12-1646 (get. Wijt Claessen en Janneken Paecker) , overl. 04-05-1716.

5. Anthoni Jansen (ook Anthonij Janssen), ged. 02-06-1648 ( get. Adriaen Theunisz, Huijbreght Jacobs en Hamel Joosten), visser, gezworene van het vissersgilde in 1680 en 1696, overl. 11-12-1697. Huwde 12-06-1672 Adriaentje (ook Ariaentge) Bastiaens.

Anthoni is in 1676 oud-knecht van visser Lieven Adriaensen Gorten.[1] Anthoni Jansen en Adriaentje Bastiaens maken op 10-08-1686 testament.[2] Zij hebben dan 2 kinderen.

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0260, akte 39: 18 september 1676 (notaris Adriaen Schipper)

[2] WBA, NA BoZ inv. nr. 0305, akte 42: 10 augustus 1686 (notaris Lucas Does)

 

Handmerken 1686. Anthonij Jansen: pentagram en een kruisje van Adriaentje Bastiaens

 

Uit het huwelijk van Anthoni en Adriaentje:           

a. Lijsbeth , ged. 27-11-1672 (get. Stoffel Danen, Sara Bastiaens, Stijntgen Bastiaens en Beatrix Jans)

b. Bastiaen Anthonissen, ged. 30-03-1674 (get. Jan Anthonisse, Lijsebet Willems en Lijsebet Stoffels). Huwde 13-01-1696 met Catharina Heijndriksen de Bel, overl. 26-11-1722, dr. van mr. Bezemmaker Hendrick Janssen de Bel en Josina Pieters.

handmerk 1697 van Bastiaen Anthonissen, net als zijn vader een pentagram. [1]

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0365, akte 5: 25 januari 1697 (notaris Michiel de Pottere)

 

Hendrik Bastiaense, de zoon van Bastiaen Anthonissen, komt op zijn huwelijksinschrijving van 4 november 1718 voor als Hendrick Bastiaense Tou. Ook zijn kinderen komen voor met de naam Touw. Deze tak sterft uit met Bastiaen Touw, die in 1746 als 22-jarige als bosschieter bij de VOC in dienst treed. Hij is van eind 1748 tot begin 1749 weer even in Nederland. Op 2 maart 1749 gaat hij met het schip ‘Vrede’ weer naar Batavia. In 1753 staat bij uitdiensttreding als reden:weggelopen.

 

c. Johannes, ged. 22-12-1675

d. Daniel, ged. 15-02-1679 (get. Daniel Janss en Margriet Cornelis)

e. Sara, ged. 29-01-1681 (get. Erasmus Crinssen, Cornelia Bastiaens en Geertruijd Davids)          

 

6. Janneken, ged. 03-02-1651

7. Crijntie, ged. 29-10-1653 ( get. Maria de Val ) huwde als Crijntjen Jans met Joos van Toor. Uit hen:

a. Anthony, ged. 01-10-1684 (get. Jan Jansen, Adriaentjen Bastiaens en Maria Hebrandts)

8. Daniel Jansen, ged. 14-07-1656,  volgt V

9. Johannes Jansen (Jan Janssen in 1685, Jan Tou in 1691 en Jan Jansen Touw in 1717), ged. 14-10-1659 (get. Tanna Schafters geseght du Val), gezworene van het vissersgilde in 1700, viste van jongs af aan met zijn broer Daniel Jansen in het vaarwater van Biervliet naar Philippine [1], overl. 16-01-1736 (82 jaar). huwde 06-12-1684 met Adriaentien de Witte (ook De Wit) ged. 12-04-1656 (get. Martinus Odolf, Harman Pietersen van de Heijs [2] en Cataline Pieters) dr. van beenhouwer Cornelis Willemsen de Witte en Elisabeth Pietersen van Berghem.

 

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0430, akte 20: 12 april 1717 (notaris François Bolcoel)

[2] Beenhakker Herman Pietersz van der Heijs was gehuwd met Mayken Willems de Witte.

 

Jan Janssen en zijn vrouw Adriaentien de Witte ontvangen op 28 april 1685 262 gulden uit de erfenis van Cornelis Willemssen de Witte en Elisabeth van Berghem.[1]

 

[1] WBA, NA BoZ inv. nr. 0304, akte 36: 28 april 1685 (notaris Lucas Does)

 

Handmerk 1685. Jan Janssen: een kruisje.

 

Uit het huwelijk van Jan en Adriaentien:

a. Stoffelina Touw, ged. 25-07-1685 (get. Jacob van Dalen, Soetje de With en Anthonetta van Berckhem) tr. 02-01-1746 met Marinus Pijkaar, visser, weduwnaar van Barbera Sterlings.

b. Cornelis, ged. 16-10-1686 (get. Pieter de Wit en Adriana Bastiaensen)

c. Elisabeth Touw, ged. 15-06-1689 (get. Philip Meertensen en Tanna de Wit)

 

De zussen Stoffelina en Elisabeth Touw ontvangen op 30 mei 1733 een grote erfenis uit de nalatenschap van Adrianus Hijgeret, in leven koopman te Vlissingen en Domheer van het Capittel van Sinte Marie te Utrecht. [1]  Zij krijgen elk een lijfrente van 700 gulden. [2]   Hijgeret  was  hoofdparticipant van de West-Indische Compagnie. Maar daarnaast geen onbekende in de Zeeuwse illegale goederen- en slavenhandel op West-Afrika.  [3] De naam Hijgeret was niet onbekend in de familie. Wieland Hijgeret  was getrouwd met Anthonetta van Berghem, de oudtante van Stoffelina en Elisabeth. Dat was een zus van hun grootmoeder Elisabeth Pietersen van Berghem.

Misschien is er ook nog een connectie via de familie De Witte.  Adriaan Hijgeret zat samen met een Jacobus de Witte en nog twee anderen in de raad van directeuren van de Vlissingse Assurantie Compagnie. In 1724 was Adriaan Hijgeret executeur en administrateur van de boedel van wijlen Jacobus de Witte, in leven heer van Bunnik en Vechten en schepen van Vlissingen.

Wouter de Witte Cornelis soon, mr. beenhouwer te Bergen op Zoom was een oom van de zussen. Hij en zijn vrouw Johanna van der Heijst benoemen op 30 mei 1692 Jacobus de Witte, wonende te Middelburg tot voogd over hun kinderen. [4]  Deze Jacobus was een broer van Wouter en Adriaentien. De vraag is of de in 1724 genoemde Jacobus de Witte dezelfde is als de in 1692 genoemde.

 

 

[1] Een domheer was in de zeventiende en achttiende eeuw een pachter van inkomsten van de kerkelijke goederen. Na de Reformatie beschouwden de Staten van Utrecht zich als opvolger van de paus en benoemden zij een gereformeerde proost aan de kapittelkerk van Sinte Marie te Utrecht. Het kapittel verpachtte haar bezittingen per zes jaar aan de meest biedende. Zodoende konden er niet katholieke domheren zijn.

[2] WBA, NA BoZ inv. nr. 0446, akte 19: 30 mei 1733

[3] Rudolf Paesie, Lorrendrayen op Africa, De illegale goederen- en slavenhandel op West-Afrika tijdens het achttiende-eeuwse handelsmonopolie van de West-Indische Compagnie 1700 – 1734, Proefschrift Leiden 2008.

[4] WBA, NA BoZ inv. nr. 0247, akte 163: 30 mei 1692 (notaris Adriaen Schippers)

 

Terug naar  III. ANTHONI LENAERTS

Verder naar V. DANIEL JANSEN TOUW

Maak jouw eigen website met JouwWeb